Sagen en legendes

Het verschil tussen legenden, mythen, sagen en sprookjes, vier vormen van epiek, is niet strikt. De genres kunnen overlappen. Gedeelde kenmerken zijn vooral dat de verschillende vormen bovennatuurlijke elementen bevatten, zoals onnatuurlijke gebeurtenissen, wonderbaarlijke locaties, magische voorwerpen, bovennatuurlijke wezens, monsters en helden. Rond Ede zijn veel van deze kenmerken aanwezig. Er gaan dan ook veel verhalen rond ...


Het Witte Wief van Kernhem

De legende van het bij de schemering verschijnende 'Witte Wief' op het landgoed van Kernhem (en op meer plekken in Oost-Nederland) heeft diverse schrijvers en cineasten geïnspireerd. Uit 1997 is de film 'Het Witte Wief' met acteurs als Frédérique Huydts, Chris Zegers en Rick Engelkes. Je kunt die hier in vier korte delen bekijken. In de film komt ook de 'Bloedsteen' ter sprake. 

Studio Vandersteen schreef 'Suske en Wiske en het Witte Wief'. Foto's: de Bloedsteen bij het Doolhof op Landgoed Kernhem.

Links: liedje 'Witte Wieven' van FenS, uit 2021. Midden: de band 'Witte Wieven' (black metal) in maart 2021. Rechts: Witte Wieven gezien!

Het verhaal van de Witte Wieven, voor kinderen.


De Bloedsteen in het Edese Bos

Het verhaal gaat dat er op het landgoed Kernhem een oude, heilige plaats is, uit de tijd van de Kelten: een plek waar rituelen en inwijdingen uitgevoerd werden. In dit gebied liggen overal grafheuvels uit de Bronstijd, zo'n 1500 voor Christus. De Germanen aanbaden daar hun zonnegod. In het witgeklede priesters brachten offers op een stenen altaar. Zo'n steen was ook de 'Bloedsteen', die nu ligt in de Doolhoflaan in het Edese Bos. Het gerucht gaat, dat wanneer je hier 's nachts met volle maan een speld insteekt, er bloed uit de steen sijpelt. Dit zou het bloed moeten zijn van de offers die gebracht werden. De Bloedsteen lag eerder op de grafheuvel, daar zo'n 30 meter vandaan. Daar is in 1735 een doolhof rond aangelegd, waarvan het padenpatroon nog steeds zichtbaar is.


De Mechelse Kuil

Op de plek van de Mechelse Kuil, gelegen tussen Zuid-Ginkel en Planken Wambuis, stond vroeger een herberg. Hier gaan allerlei verhalen over in het rond. De herbergier lijkt niet te vertrouwen!

Eén van die verhalen lees je [ hier
Dagtocht sagen en legenden: klik [ hier ]

Links: situatie in 1975, toen er nog water in de kuil stond. Bron: Gemeentearchief Ede.

Anno 2021 staat de kuil geheel droog, ondanks de vele regen dit jaar.


Spookruiter langs de Hessenweg

Dit verhaal gaat over de Spookruiter langs 't Hessenspoor. Op een warme zomeravond reed een karavaan van wagens met paard over de Hessenweg. Ze hadden de hele dag gereisd en waren op weg naar Amersfoort. Het was een langzame tocht, want de weg was zanderig en vol diepe sporen, waardoor de paarden hard moesten werken. Helemaal achteraan reed de voorman, bekend als ‘de Rooie Duvel’. Hij was een eigenwijze en stoere man die nergens bang voor was. Toen de avond viel en donkere wolken zich boven Ede samenpakten, waar de heide en het bos samenkomen, gebeurde er iets vreemds. Aan de rand van het bos verscheen een mysterieuze figuur. Het leek een man te paard. De ‘Rooie’ riep stoer: "Kom op dan!" Maar in plaats van naar hem toe te komen te komen, verdween de figuur juist verder in het bos. De Rooie ging er achteraan, maar hoe hard hij het ook probeerde, hij kon hem niet bijhouden. De Rooie werd steeds bozer. Hij zou hem eens een lesje leren! Maar hij merkte niet dat hij dieper en dieper het bos in werd gelokt. Totdat hij vast kwam te zitten in het moeras en hij kwam er niet meer uit . De spookruiter had hem slim naar het moeras gelokt en daar verdween hij, met paard en al.

Jaren later werd het bos gekapt en werd er turf gestoken. Men zegt dat er lange tijd een plek was waar niets wilde groeien. Boeren en mensen die in de buurt kwamen, voelden dat er iets niet klopte. Soms blijven paarden hier plotseling stil staan. Misschien zien paarden wel meer dan wij mensen?

De Hessenweg loopt via de Eder Heide tot voorbij Lunteren.


De spooktrein van De Witte Hinde

Lang geleden, in het pittoreske buurtschap Maanen, nabij station Ede-Wageningen, stond Hotel De Witte Hinde majestueus aan de rand van het Maanderzand. Het was een prachtig gebouw, met zijn statige gevel en hoge ramen die uitkeken op de met klimop bedekte muren. Maar achter de pracht en praal school een duister geheim dat fluisterend werd doorverteld van generatie op generatie.

Het begon allemaal op een koude herfstavond, toen de mist als een deken over de stad (bewoners zeggen nog 'dorp') neerdaalde. Een jonge reiziger genaamd Thomas stapte uit de trein en zocht een plek om te overnachten. Hij hoorde van de lokale bevolking over het mysterieuze Hotel De Witte Hinde en besloot daar zijn intrek te nemen voor de nacht. Bij zijn aankomst werd Thomas hartelijk verwelkomd door de eigenaar van het hotel, een vriendelijke maar wat stille man genaamd Hendrik. Thomas werd naar zijn kamer gebracht, een prachtige kamer met uitzicht op de beboste binnentuin van het hotel. Terwijl hij zich installeerde, voelde Thomas een onverklaarbare koude rilling over zijn rug glijden, maar hij schreef het toe aan de herfstachtige avond.

Die nacht, terwijl Thomas in bed lag te rusten, werd hij plotseling gewekt door een vreemd geluid dat door de gangen van het hotel weerklonk. Het klonk als het geluid van een oude locomotief die tot leven kwam. Nieuwsgierig stond Thomas op en liep naar het raam, waar hij verbaasd toekeek hoe een oude stoomtrein langzaam uit de mist opdoemde, recht voor het hotel. Thomas kon zijn ogen niet geloven. Hoe kon er een trein verschijnen uit het niets? Maar nog verbazingwekkender was het feit dat de trein niet leeg was. Aan boord bevonden zich ook andere hotelgasten, bleke en spookachtige figuren die hem met holle ogen aanstaarden.

Plotseling werd Thomas zich bewust van een ijzige aanwezigheid achter hem. Hij draaide zich om en zag de gestalte van een oude man, gehuld in een lange jas en met een hatelijke glimlach op zijn gezicht. "Welkom aan boord," fluisterde de man met een stem die klonk als het gefluister van de wind. "Je hebt het lot van dit hotel aanvaard." Voordat Thomas iets kon zeggen, greep de oude man hem bij de arm en trok hem mee naar de trein. Thomas worstelde en schreeuwde, maar zijn stem leek te worden opgeslokt door de mist die het station omringde. En toen, voordat hij het wist, werd hij de trein in getrokken en verdween in de duisternis.

De volgende ochtend ontwaakte Hendrik, de eigenaar van Hotel De Witte Hinde, met een zwaar gevoel in zijn borst. Hij wist wat er die nacht was gebeurd. Thomas was niet de eerste gast die op mysterieuze wijze verdween. Sinds mensenheugenis had het hotel een duister pact gesloten met een geestachtige entiteit die zich manifesteerde als een oude stoomtrein.

De geest, bekend als de Trein van De Witte Hinde, kwam elke nacht tevoorschijn uit de mist en eiste een nieuwe passagier op. Deze ongelukkige zielen werden meegenomen naar een andere dimensie, waar ze voor altijd verloren waren voor de wereld van de levenden. Hendrik wist dat hij machteloos stond tegenover de geest. Het hotel was vervloekt, gedoemd om eeuwig dienst te doen als toegangspoort tot het rijk van de doden. En dus bleef Hotel De Witte Hinde bestaan, een schuilplaats voor reizigers die onbewust het gevaar trotseerden dat in de mist op hen wachtte.

Maar ondanks de waarschuwingen en geruchten die rondgingen, bleven mensen naar het hotel komen. Sommigen uit nieuwsgierigheid, anderen uit pure wanhoop. En elke nacht, wanneer de mist zich weer over de stad verspreidde, doemde de Trein van De Witte Hinde opnieuw op, klaar om zijn volgende slachtoffer op te eisen. En zo gaat het verhaal van Hotel De Witte Hinde door, een plek waar de grens tussen leven en dood vervaagt en waar de geesten van degenen die verdwenen zijn voor altijd blijven ronddolen in de mistige duisternis.

 

Deze legende is door mij gegenereerd met wat hulp van ChatGPT op 6 mei 2024.

Bron: Gemeentearchief Ede.

Bron: Collectie Gelderland